Informatie over bedrijfshulpverlening
Het Nederlands Instituut voor Bedrijfshulpverlening ( NIBHV )
Het NIBHV is opgericht door het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding ( Nibra ) en het Oranje Kruis.
Vanaf 1 mei 1999 Is het NIBHV actief als landelijk centrum op het gebied van bedrijfshulpverlening.
Een andere belangrijke instantie op het gebied van bedrijfshulpverlening is het Nederlands Bureau Brandweerexamens ( Nbbe ). Een van de taken van het Nbbe is het bewaken van de kwaliteit van de BHV-opleidingen door middel van certificering.
Het NIBHV :
- is uitgever van opleidingsboeken en publicaties op het terrein van de bedrijfshulpverlening
- is als praktijkgericht kenniscentrum actief op het terrein van ontwikkeling en advisering
- bewaakt de kwaliteit en opleidingen
- organiseert workshops en voorlichtingsbijeenkomsten
De doelgroepen van het NIBHV bestaan onder andere uit bedrijven, centrale- en lokale overheden, brandweerorganisaties, hulpverleningsdiensten en ( regionale ) opleidingsinstituten.
Het NIBHV is samen met de (regionale ) opleidingsinstituten (BHV Plus)- zowel organisatorisch als kwalitatief - het aangewezen instituut om opleidingen te verzorgen.
Het Besluit bedrijfshulpverlening en de Arbowet
Met de inwerkingtreding van het Besluit bedrijfshulpverlening op 1 januari 1994 is voor de werkgever de verplichting ontstaan één of meer werknemers aan te wijzen die de bedrijfshulpverleningstaak op zich nemen.
In artikel 15 van de Arbowet zijn de taken van de bedrijfshulpverlener omschreven.
- Het verlenen van de eerste hulp bij ongevallen.
- Het beperken en bestrijden van een beginnende brand.
- Het voorkomen en beperken van ongevallen.
- Het in noodsituaties alarmeren en evacueren van alle werknemers en andere personen in het bedrijf.
- Het alarmeren van en samenwerken met de gemeentelijke of regionale brandweer en andere hulpverleningsorganisaties.
De bedrijfshulpverlener is bedoeld als voorpostfunctie voor de professionele hulpverlening, zoals brandweer, politie en ambulancedienst.
De verplichting in de Arbowet geldt voor alle bedrijven, organisaties en instellingen. De omvang van de bedrijfshulpverleningsorganisatie wordt bepaald door het aantal werknemers en alle overige aanwezige personen.
In het algemeen geldt een norm van minimaal één bedrijfshulpverlener op 50 werknemers. Boven de 250 werknemers zijn minstens 5 bedrijfshulpverleners verplicht. Voor bedrijven van 250 tot 1000 werknemers kan worden uitgegaan van 2% van de werknemers. Bij meer dan 1000 werknemers wordt uitgegaan van 1%.
Er kunnen bepaalde bedrijfssituaties zijn waarin dit aantal niet voldoende is. In de gezondheidszorg bijvoorbeeld, waar soms veel personen aanwezig zijn die niet in staat zijn zich snel te verplaatsen, maar bijvoorbeeld ook in de industrie.
Werkgevers van bedrijven met minder dan 15 werknemers mogen de bedrijfshulpverleningstaken zelf op zich nemen, mits zij voor een vervangingsregeling zorgdragen.
De praktijk leert dat men het beste uit kan gaan van 2% over het totaal te beschermen personen ( werknemers, gasten en bezoekers ). Voor iedere mindervalide werknemer dienst 1 extra BHV-er te zijn aangesteld.
Daar de BHV-ers altijd aanwezig moeten zijn dient men boven op de 2% het aantal aan te stellen BHV-ers te vermenigvuldigen met 1,8 om verlof en verzuim te kunnen opvangen.
Rekenvoorbeeld :
Een bedrijf met 140 werknemers en 2 mindervalide werknemers. Gemiddeld zijn er 20 bezoekers tegelijk in het pand aanwezig. Het betreffende bedrijf heeft geen extra risicofactoren.
Aantal werknemers : 140
Bezoekers : 20
160 x 2% = 3.20 à x 1,8 (verlof/ziekteverzuim) = 5,76
Aantal extra BHV-ers voor mindervalide medewerkers = 2
7,76 BHV-ers
Dit bedrijf heeft 8 BHV-ers nodig en daarbij dienst 1 persoon aangesteld te zijn als Hoofd BHV.
De totale BHV-organisatie van dit bedrijf bestaat uit 9 personen.
De Continuïteit
Na de opleiding dient ieder jaar de kennis bijgeschoold en opgefrist te worden. Het aantal herhalingslessen is weer afhankelijk van het gevaar-risico van het betreffende bedrijf. Standaard gaan we uit van kantoorpanden waar tenminste 1 herhalingsles op jaarbasis wordt gegeven.
Tevens dient ieder bedrijf eens per jaar een z.g ontruimingsoefening te houden. Aan deze oefening werken ook de BHV-ers mee, dus totaal is er twee maal per jaar een activiteit voor de BHV.
Risico-inventarisatie en -evaluatie
Een belangrijk uitgangspunt is dat de inrichting van de bedrijfshulpverleningsorganisaties is afgestemd op het voor het bedrijf maatgevend geachte risico. De werkgever is volledig verantwoordelijk voor de interpretatie hiervan. Dit betekent dat het voor een bedrijf in principe noodzakelijk is een risico-inventarisatie en -evaluatie uit te voeren.Deze inventarisatie biedt de basis voor de organisatie van bedrijfshulpverlening.
De risico-inventarisatie en -evaluatie bestaat uit de volgende onderdelen.
- Beschrijving risico's.
- Vaststelling prioriteiten.
- Concrete maatregelen en voorzieningen.
Vaak hebben bedrijven de expertise niet in huis om een risico-inventarisatie zelf uit te voeren. Hierdoor worden onder meer Arbodiensten, de opleidingsinstituten en de gemeentelijke en/of regionale brandweer ingeschakeld.
Maatwerk
Bedrijven die een extra risico op ongevallen of brand hebben dienen zorg te dragen voor extra scholing. B.v. een zwembad dient zijn medewerkers niet alleen een BHV-diploma te laten behalen, ook dienen een aantal medewerkers extra te zijn geschoold voor EHBO en Reanimatie. Bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken dient zijn BHV-ers extra te scholen voor calamiteiten met deze stoffen Enz.
BHV Plus kan voor uw bedrijf een risico-inschatting maken en u adviseren over de opzet, continuïteit en uitrusting van uw BHV-organisatie. Tevens kunnen wij ook behoudens de standaard opleidingen , trainingen verzorgen op maat voor ieder bedrijf.
Prijzen
De prijzen zijn excl. b.t.w en onder voorbehoud.
Voorpostfunctie
Zoals eerder opgemerkt, is de bedrijfshulpverlening bedoeld als voorpostfunctie. Bij een grote brand, een ongeluk of een groot incident zullen de deskundigheid en de hulpmiddelen van de bedrijfshulpverleners niet voldoende zijn. In dat geval zal hulp van buitenaf ingeroepen moeten worden. Voordat deze hulp aanwezig is, zullen de bedrijfshulpverleners al het mogelijke doen om gevaar en letsel te beperken. Dit
betekent dat zij, om hun taken goed te kunnen vervullen, moeten beschikken over een goede uitrusting en de nodige deskundigheid en ervaring.
Het opleidingsprofiel van de bedrijfshulpverlener
Door de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn de opleidingseisen voor de bedrijfshulpverleners in een opleidingsprofiel vastgelegd.
Dit algemene basisniveau garandeert dat de hulpverlener in zijn bedrijf zijn of haar taken adequaat kan verrichten.
Zoals in de inleiding aangegeven is, kan het soms nodig zijn om door de aanwezigheid van bepaalde risico's extra eisen te stellen. In de praktijk zal dit echter niet vaak gebeuren.
Het opleidingsprofiel is een overzicht van kennis en vaardigheden waarover bedrijfshulpverleners moeten beschikken om hun taken te kunnen uitvoeren.
De opleidingen
In het kader van de bedrijfshulpverlening is door het NIBHV een aantal opleidingen ontwikkeld.
Primair zijn er 3 opleidingsniveaus, te weten :
- Basisopleiding bedrijfshulpverlener
- Ploegleider bedrijfshulpverlening
- Ploegleider/Hoofd bedrijfshulpverlening
Voor reeds opgeleide bedrijfshulpverleners bestaat de mogelijkheid om bijscholings- en verdiepingscursussen te volgen zoals bijvoorbeeld de opleiding Gevaarlijke stoffen bedrijfshulpverlening en de opleiding Opgeleid Persoon.
Bijscholing
De werkgever blijft aansprakelijk voor de organisatie, de middelen en de opleiding. Hij is ook aansprakelijk voor het onderhouden van de kennis en vaardigheden van de bedrijfshulpverlener. In navolging van het advies van het NIBHV adviseert BHV Plus om de bedrijfshulpverlener eenmaal per jaar een herhalingscursus te laten volgen
( dit wil zeggen één dagdeel eerste hulp en één dagdeel brandweertechnisch deel ). Uiteraard kunnen hierover nadere afspraken gemaakt worden.
Certificering
Nadat de toekomstige bedrijfshulpverleners een opleiding doorlopen hebben is het wenselijk de opgedane kennis en vaardigheden te toetsen. De ministeries van Binnenlandse Zaken en koninkrijkrelaties en Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderschrijven het belang van een toetsing, mits dit door een onafhankelijk examenbureau gebeurt.
Het NIBHV draagt in samenwerking met het NBBe, als onafhankelijk examenbureau, zorg voor de examinering en de landelijke registratie van certificaten en diploma's.
Het NBBe certificaat of diploma voor bedrijfshulpverlening levert voor zowel de kandidaat als de werkgever het tastbare bewijs dat men over de vereiste kennis en vaardigheden beschikt.
Het examen
De Basisopleiding bedrijfshulpverlening bestaat uit twee delen : Eerste Hulp en Brandbestrijding & Ontruiming. Beide delen worden afgesloten met een examen. Elk examen bestaat uit een schriftelijk- en praktijkdeel. Aan het eind van de opleiding worden de kandidaten, aan de hand van dertig meerkeuzevragen, getoetst op hun kennis over bedrijfshulpverlening. Voor het praktijkdeel moeten de kandidaten tijdens hun opleiding een projectopdracht uitvoeren, waarbij ze op praktische vaardigheden worden beoordeeld.
Deze praktijkbeoordeling wordt uitgevoerd door de instructeurs die ook de opleiding verzorgen, aan de hand van de door de NIBHV vastgestelde richtlijnen.
Aan de instructeurs worden door het NIBHV eisen van vakbekwaamheid gesteld, waardoor de kwaliteit van zowel de opleiding als het examen wordt gewaarborgd.
Het diploma
Kandidaten ontvangen het diploma Bedrijfshulpverlener, wanneer zij beide examens met een voldoende hebben afgesloten. Voor de kandidaten die over de juiste vooropleiding beschikken bestaat de mogelijkheid om voor één of beide onderdelen van de Basisopleiding bedrijfshulpverlening vrijstelling aan te vragen. Kandidaten die maar aan één examen hebben deelgenomen en dat voldoende hebben afgerond, ontvangen voor dat deel een certificaat.